Restwarmte als belangrijke energiebron voor warmtenetten

Restwarmte als belangrijke energiebron voor warmtenetten

Warmte die bij (industriële) processen overblijft is voor veel bedrijven een restproduct. Voor andere partijen kan restwarmte juist een belangrijke energiebron zijn voor de verduurzaming van hun warmtevoorziening. Bijvoorbeeld voor de verwarming van ruimtes of glastuinbouwkassen. Meestal gebeurt dit met een warmtenet. Volgens sommige studies wordt 20 tot 50 procent van het industriële energieverbruik afgevoerd als warmte. Er is dus een groot potentieel aan restwarmte, dat geleidelijk aan vaker wordt benut. Er zijn al enkele succesvolle voorbeelden in Nederland en in het buitenland, maar restwarmte als energiebron wordt nog lang niet overal structureel toegepast.

Bronnen van restwarmte

Bronnen van restwarmte zijn niet alleen in de industrie, maar ook in andere sectoren te vinden:

  • IJzer en staal (Hoge temperatuur)
  • Glas (HT)
  • Cement, kalk (HT)
  • Chemische fabrieken (Medium temperatuur, HT)
  • Textiel (Lage temperatuur, MT, HT)
  • Pulp en papier (LT, MT)
  • Voedsel, dranken en melk (LT, MT)

Richtlijn energie-efficiëntie

Binnen de Europese Unie zijn afspraken gemaakt om het enorme potentieel aan restwarmte beter te gaan benutten. Artikel 14 van de Europese energie-efficiëntierichtlijn (EED) verplicht alle EU-lidstaten om een ​​beoordeling van hun potentieel voor de toepassing van hoog rendabele warmtekrachtkoppeling en efficiënte stadsverwarming en -koeling uit te voeren. Iedere lidstaat heeft op nationaal niveau het potentieel voor verbeterde efficiëntie beoordeeld. Zij deden dit door de warmtevraag en de beschikbare warmtebronnen in kaart te brengen. Hierbij is gekeken naar technologieën zoals warmtekrachtkoppeling, maar ook naar andere hernieuwbare bronnen, waaronder restwarmte. De lidstaten is bovendien gevraagd om industriële installaties met een thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 megawatt in hun inventarisatie op te nemen.  Deze beoordeling is in 2015 uitgevoerd en krijgt dit jaar een vervolg: bij de volgende beoordeling, eind 2020, zullen lidstaten nog meer aandacht moeten geven aan hernieuwbare bronnen waaronder restwarmte als belangrijke energiebron.

Méér artikelen over warmtenetten lezen? Klik hieronder op een artikel!

Richtlijn hernieuwbare energie

Naast deze energie-efficiëntierichtlijn is er de Europese richtlijn hernieuwbare energie (Renewable energy directive, RED). De richtlijnen zijn aan elkaar gerelateerd en bepalen dat lidstaten een bepaald aandeel hernieuwbare energie moeten opwekken. Volgens de bijgewerkte versie van de RED moeten lidstaten in de periode 2020 tot 2030 het aandeel hernieuwbare verwarming en koeling jaarlijks met 1,3 procent verhogen.  Daarnaast moeten lidstaten streven naar een jaarlijkse toename van ongeveer 1 procent van hernieuwbare bronnen in stadsverwarmingssystemen. Restwarmte als energiebron kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren en mag (voor maximaal 40 procent) meetellen om deze doelstellingen te behalen.

Barrières voor restwarmte als energiebron

Wanneer overwogen wordt om restwarmte als energiebron voor warmtenetten te gebruiken, zijn een aantal zaken van belang. Zo is het raadzaam om eerst de interne processen en efficiëntie van industriële installaties van de warmteleveranciers zoveel mogelijk te optimaliseren. Ook moet rekening worden gehouden met enkele – soms structurele – barrières, zoals lange afstanden tussen de bron en de gebruiker. Ook kan er sprake zijn van een tijdelijke mismatch tussen vraag en aanbod. Een ander mogelijk obstakel zijn de vaak hoge investeringskosten. Vooraf moet daarom duidelijk zijn dat er een verbintenis voor de lange termijn is, zodat de investeringen terugverdiend worden. Daarbij is het goed om te realiseren dat restwarmte voor industrieën geen kernactiviteit is, waardoor zij het leveren van restwarmte niet altijd direct als een interessante mogelijkheid beschouwen. Het mag echter duidelijk zijn dat restwarmte veel potentieel heeft.

Webinar over restwarmte als energiebron en warmtenetten

Dit artikel is gebaseerd op een  presentatie van Johan Carlsson, wetenschappelijk medewerker bij de Europese Commissie. Deze presentatie is onderdeel van een webinar over  het toepassen van restwarmte in warmtenetten. Dit webinar van Construction21 besteedt ook aandacht aan enkele voorbeeldprojecten in Ierland, Spanje en Polen.

Interreg-north-West-Europe-D2Grids
European-Development-Fund-v01

D2Grids is een nieuw project dat de 5e generatie stadsverwarmings- en koelingsnetwerken (5G DHC) in heel Europa moet opschalen. Als eerste bij de vijf proeflocaties: Brunssum, Parijs-Saclay, Bochum, Glasgow en Nottingham. D2GRIDS (afkorting voor ‘demand driven grids’) is een project van Interreg NWE, gecoördineerd door Mijnwater.