Een interview met Stroomversnelling-voorzitter Leen van Dijke en Han Slootweg, directeur Netstrategie bij netbeheerder Enexis.
Een Nul op de Meter (NOM)-renovatie leidt tot een ander energiegebruik en tot elektriciteitsopwek op woningniveau. De energievraag wordt geheel elektrisch ingevuld want de woning gebruikt na renovatie geen aardgas meer. Het elektriciteitsnet is daar vaak niet op berekend, dus zijn er aanpassingen nodig. Dit verloopt niet altijd vlekkeloos, waardoor de planning van een project onder druk komt te staan. Hoe kunnen NOM-aanbieders en netbeheerders dit voorkomen?
“Toen we enkele jaren geleden vanuit Stroomversnelling met NOM-renovaties begonnen, hebben we snel contact met de netbeheerders gezocht”, begint Van Dijke. “Want naast de bouwers kwamen ook de netbeheerders in beeld. Behalve vraag naar elektriciteit kwam er ook een aanbod van zelf opgewekte energie. Daardoor ontstaan andere verhoudingen tussen de energienetten en de woningen.”
Weinig verbetering
In de winter gaat een hogere energievraag gepaard met een lagere energie-opwek van de zonnepanelen. In de zomer is dit precies andersom. Wanneer er bij meerdere woningen in een buurt of straat een NOM-renovatie wordt uitgevoerd blijkt dat het bestaande elektriciteitsnet vaak onvoldoende capaciteit heeft voor deze fluctuaties. Van Dijke: “Zowel NOM-aanbieders als de netbeheerders hebben belang bij goede afstemming en samenwerking in de zoektocht naar slimme en schaalbare oplossingen. De afgelopen jaren zijn er echter herhaaldelijk situaties geweest waarbij het lastig bleek de netbeheerder adequaat aan te haken op de werkwijze, de planning en het tempo van bouwers en corporaties. Als elke partij vanuit bekende werkwijzen blijft handelen, ontstaat geen opschaalbaar transitiepad. Er zijn verbeteringen zichtbaar, maar die zijn nog geen onderdeel van de mainstream werkwijze.”
Onnodige kosten
Van Dijke heeft begrip voor de problemen die er bij netbeheerders zijn als het gaat om capaciteit. “Netbeheerders zitten in een lastige spagaat. Zij leven in twee werelden. Enerzijds moeten zij blijven doen wat zij altijd al deden: hun klanten aansluiten op het net. Die oude, traditionele wereld kunnen zij niet zomaar vaarwel zeggen. Ondertussen werken zij ook aan het net van de toekomst. Samen met bouwers die ook nog niet precies weten hoe je daarmee omgaat. Ons pleidooi is altijd geweest: laten we dat samen doen. Niemand is immers gebaat bij onnodige netverzwaringen, huishoudens die hun opgewekte energie niet kwijt kunnen, en pieken waarbij het net overbelast raakt. Het is voor iedereen zaak om onnodige kosten te vermijden en zo efficiënt mogelijk met energie om te gaan.”
Te weinig capaciteit
Het baart Van Dijke daarom zorgen dat netbeheerders niet altijd in staat lijken om het hoger wordende tempo van de energietransitie bij te benen. “Bouwers werken aan een enorme renovatieopgave. Die opgave uit het Klimaatakkoord zal de komende jaren steeds groter worden. Maar de capaciteit bij netbeheerders is daar ontoereikend voor en dat is natuurlijk niet gewenst. De afgelopen tijd ben ik herhaaldelijk gevraagd te helpen in het zoeken naar oplossingen bij enkele NOM -renovatieprojecten. Zo was er een project waar de gasketels er nog niet uit konden, omdat de netbeheerder het elektriciteitsnet niet tijdig kon aanpassen. Een paar maanden na de oplevering moest de aannemer opnieuw bij alle woningen langs om de ketels overal te verwijderen. Met alle extra kosten van dien.”
“Het capaciteitsprobleem speelt zeker een rol maar het is zeker niet het enige aspect”.
Han Slootweg
Tijdig melden
De problemen die Van Dijke schetst, worden bij netbeheerders tot op zekere hoogte herkend. “Het capaciteitsprobleem speelt zeker inderdaad een rol”, zegt Han Slootweg desgevraagd. “Maar het is zeker niet het enige aspect. Het komt geregeld voor dat bouwers zich te laat bij ons melden. Wij hebben te maken met vergunningstrajecten, levering van netcomponenten en de planning van ons eigen personeel en de infra-aannemers. Als bouwers zich niet tijdig bij ons melden, kan het gebeuren dat zij te laat zijn. Ik adviseer bouwers dus om op tijd met de netbeheerder in overleg te gaan, liefst twee á drie kwartalen van te voren. Dat lijkt mij zeker niet uit de pas te lopen met de voorbereidingstijd die een NOM-renovatie vergt.”
Samen de vertaalslag maken
Daarnaast gaat het nogal eens mis in de technisch-inhoudelijke afstemming tussen bouwers en netbeheerders, ziet Slootweg. “Bij NOM-renovaties zal er een vertaalslag moeten worden gemaakt van de toegepaste installaties naar de stromen in het netwerk. Die vertaalslag zullen bouwers en netbeheerders bij ieder project samen moeten maken. Te vaak echter kijkt een bouwer de netbeheerder vragend aan: ‘Kunt u uw netwerk aanpassen aan de door ons voorziene installaties?, klinkt het dan. Maar op die manier werkt het niet. Bouwers en installateurs moeten ons helpen de impact van hun installaties op het net te bepalen. En niet alleen maar aangeven welk type warmtepomp zij gebruiken. We moeten elkaar niet glazig aankijken maar gezamenlijk bekijken wat de impact op het netwerk is van de installaties die bij de renovatie worden toegepast. Zelf hebben we op dat vlak overigens inmiddels ook al behoorlijke stappen gemaakt.”
Anticiperen op toenemende belasting elektriciteitsnet
Enexis heeft ook zijn eigen processen verbeterd om tijdig te kunnen anticiperen op toenemende belastingen van het elektriciteitsnet die zich aandienen. “Voorheen werd iedere aanvraag voor een aansluiting als een individuele aansluiting behandeld. Maar als er in één straat 80 nieuwe aansluitingen komen, dan zal dat zijn weerslag hebben op het net. Wij hebben daarom inmiddels geregeld dat er bij ons dan een rood lampje gaat branden. In die situaties toetsen we of het netwerk dat mogelijk maakt, of dat er maatregelen nodig zijn om de capaciteit uit te breiden.”
Meld problemen
Leen van Dijke erkent dat bouwers eerder melding moeten maken van hun plannen. “We zullen samen met de netbeheerders moeten kijken hoe de interactie tussen NOM-woning en netwerk beter gestalte kan krijgen. Ik heb daarom met Enexis, Alliander en Stedin afgesproken dat we ons gezamenlijk zullen inspannen om de problemen te lijf te gaan. Bouwers en woningcorporaties heb ik inmiddels opgeroepen om problemen die de voortgang dreigen te belemmeren bij mij te melden. Ik zal dan contact opnemen met mijn aanspreekpunten bij de netbeheerders. We krijgen dan de knelpunten in beeld, kunnen er lering uit trekken en heel gericht proberen het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Dat is beter dan ruzie maken en een claim neerleggen. De analyse waar het fout is gegaan hoort in dit proces; fouten zijn vervelend, maar als je niets met de geleerde lessen doet, blijf je fouten herhalen. Er van leren… dat is uiteindelijk waar het om gaat.”
Slimme maatregelen
Meer informatie over NOM in relatie tot het elektriciteitsnet? Die is te vinden in dit themablad Netbeheer NOM Keur. Het themablad schetst wat bouwers en woningcorporaties kunnen doen om de samenwerking met de netbeheerder soepel te laten verlopen. En daarmee problemen te voorkomen.
Op micro-niveau is het uit eigen ervaring, NOM-situatie, duidelijk dat de piek in PV-opwek het potentiele probleem zou kunnen zijn, want deze is aanmerkelijk hoger dan potentieel gelijktijdig electra verbruik op de koudste dag(en) van het jaar. De som van het geinstalleerde Wp-vermogen van de PV-installaties in een wijk lijkt daarmee een redelijk betrouwbare indicatie.