Energietransitie voor gemeenten – tip 2

Doelgroep:

Energietransitie tips voor gemeenten 02

Met de omgevingswet verandert er veel voor gemeenten. Stroomversnelling werkte 4 tips uit voor gemeenten:

Tip 2: Gebruik ruimtelijke ordening om vraag en aanbod in balans te brengen

Overige Tips


Vraag en aanbod in balans

Duurzame energiebronnen, zoals zon en wind, wekken niet altijd energie op als er vraag naar is. Ook leidt het transport van duurzame warmte, bijvoorbeeld via een warmtenet, bij grote afstanden tot verlies van energie. Om deze problemen op te lossen, moeten vraag en aanbod van energie meer met elkaar in balans worden gebracht. Dit kan voor een deel virtueel. Met slimme software kunnen vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Maar er is ook een ruimtelijke component: waar komen of staan objecten (zoals gebouwen) die een energievraag hebben? Waar wordt energie opgewekt, waar wordt het opgeslagen en hoe vindt het transport plaats? 

Via het omgevingsbeleid kan in het ruimtelijke domein rekening worden gehouden met vraag en aanbod van energie. Dit maakt het energiesysteem efficiënter, voorkomt hoge maatschappelijke kosten, bijvoorbeeld voor verzwaring van het elektriciteitsnet of energieopslag, en draagt er ook aan bij dat energieprojecten rendabeler worden. Vanzelfsprekend vraagt dit afstemming met de netbeheerder. 

Veel gemeenten zijn inmiddels bezig in kaart te brengen waar het grote energieverbruik en de grootste potentie voor opwek van duurzame energie zitten. Bij het inrichten van nieuwe gebieden of het transformeren van bestaande gebieden, is het raadzaam om de potentie van energie-oplossingen mee te nemen. Daarmee wordt energie daadwerkelijk een belangrijk sturingsinstrument voorstedenbouwkundige ontwikkeling.

Ruimtelijke ordening kan op verschillende manieren worden ingezet om vraag en aanbod in balans te brengen. Enkele voorbeelden:

  • Koppeling tussen restwarmtebronnen en gebouwen. Van bepaalde gebieden, zoals industriegebieden, is het te verwachten dat ze op langere termijn restwarmte leveren. Dit aanbod is wellicht te combineren met bestemmingen die een warmtevraag hebben, zoals kantoren, winkels en woningen. Het lange termijn perspectief speelt hierbij een belangrijke rol.
  • Koppeling tussen functies en beschikbare energiebronnen. In gebieden met veel potentie voor warmte/koudeopslag kunnen functies met een warmtevraag in de winter, zoals woningen, worden gecombineerd met functies die in de zomer behoefte hebben aan koeling, zoals kantoren en winkels. Dit maakt het ontwikkelen en exploiteren van deze bronnen interessanter voor marktpartijen.
  • Parkeervoorzieningen benutten als opslagmedium. Dankzij de elektrificatie zijn auto’s niet alleen afnemers van elektriciteit, ze kunnen ook energie opslaan. Bij het bepalen van de locatie en het inrichten van parkeervoorzieningen kan dit worden meegenomen. Een centrale parkeergarage in de wijk kan bijvoorbeeld overdag zonne-energie opslaan en ’s avonds energie leveren.

Benut de instrumenten uit de Omgevingswet als volgt:

Gebruik de Omgevingsvisie:

  • om energiedoelstellingen en belangen integraal
    op te nemen in de ruimtelijke besluitvorming. Bijvoorbeeld door energievraag en energieaanbod bij elkaar te brengen in het fysieke domein, zowel op gemeentelijk als op gebiedsniveau.

Gebruik het Omgevingsplan:

  • om vraag en aanbod van energie op elkaar af te stemmen door bij de inrichting van de fysieke leefomgeving objecten die een grote energievraag hebben (zoals een ziekenhuis) te combineren met plekken waar energie vrijkomt (zoals een restwarmtebron);
  • om vast te leggen welke eisen u als gemeente stelt aan nieuwbouw, bijvoorbeeld Nul op de Meter (NOM).

Gebruik het Programma:

  • om aan te geven welke stappen en middelen in welk tempo worden ingezet om de lokale energietransitie te realiseren.

Praktijk: Loenen zoekt balans met virtual power plant

In het dorp Loenen, onderdeel van de gemeente Apeldoorn, is een burgerinitiatief voor zonnepanelen uitgegroeid tot een energiecoöperatie die zich inzet voor een energieneutraal Loenen. Een goede balans tussen vraag en aanbod is daarbij van groot belang, vertelt Xandra van Lipzig, programmamanager Apeldoorn Energie Neutraal.

“Loenen is een daadkrachtig dorp met 3.000 inwoners, dat zelf met het idee is gekomen om energieneutraal te worden. Een paar jaar geleden is er met hulp van Europa een revolverend fonds opgezet, dat inwoners in staat stelt te investeren in woningisolatie, zonnepanelen en andere duurzame technieken. Ze krijgen een lening en kunnen die terugbetalen doordat hun energielasten omlaag gaan. Doordat het fonds op die manier telkens wordt aangevuld, kan het geld opnieuw worden geïnvesteerd.

In Loenen is voldoende dakoppervlak beschikbaar voor zonnepanelen, om alle huishoudens van duurzame stroom te voorzien. Het probleem van zonne-energie is er veel vraag kan zijn op momenten dat er geen of maar weinig zonne-energie is, of juist andersom. Om die onbalans deels op te lossen, worden de mogelijkheden van een Virtual Power Plant onderzocht: een ‘smart grid’ dat door de gemeenschap zelf wordt bestuurd. In dat smart grid worden vraag en aanbod virtueel op elkaar afgestemd, bijvoorbeeld door te differentiëren in prijs. Een lagere prijs op tijdstippen waarop de zon energie levert, een hogere prijs als de zon niet schijnt, maar er wel energiebehoefte is. Op die manier krijgen mensen een prikkel om hun energievraag af te stemmen op het aanbod, en hoeven er bijvoorbeeld minder kosten te worden gemaakt om het lokale energienetwerk te verzwaren. Daarnaast worden ook technische maatregelen voor vraagsturing en energieopslag genomen.

De technologie van Virtual Power Plants bestaat al twee decennia, maar begint nu heel actueel te worden, vanwege het toenemende percentage duurzame energie op het net. Een burger-gedragen virtuele energiecentrale is nieuw. Daarbij wordt geleund op de architectuur van USEF. USEF is een stichting van belangrijke stakeholders uit de energiesector en staat voor Universal Smart Energy Framework. De stichting en het netwerkbedrijf ondersteunen het dorp bij de implementatie. Daarnaast krijgt het dorp steun van ons als gemeente en van de provincie. Als er belemmeringen zijn, helpen wij hen om die op te lossen. Ook Gelderse Cleantech-regio is betrokken bij de opschaling van dit project.

Een van de doelen is dat er ervaring wordt opgedaan, zodat binnen een paar jaar drie soortgelijke projecten van start kunnen gaan en deze aanpak kan worden opgeschaald. Wij juichen dit initiatief dus van harte toe. Het is heel erg verbonden met de gemeenschap.”