Energietransitie voor gemeenten – tip 4

Energietransitie tips voor gemeenten 04

Met de omgevingswet verandert er veel voor gemeenten. Stroomversnelling werkte 4 tips uit voor gemeenten:

Tip 4:  Stimuleer gebieds- en wijkgerichte samenwerkingsverbanden.

Overige Tips

Download hieronder alle verzamelde tips weergegeven in het whitepaper ‘Omgevingswet en de energietransitie’.

Whitepaper-Omgevingswet-de-energietransitie


Participatie van burgers

De energietransitie heeft impact op iedereen. Zo moeten woningeigenaren investeren in het aanpassen van hun woning, moeten mensen anders gaan koken en kan het uiterlijk van de wijk significant veranderen. Het tijdig betrekken van inwoners is daarom van essentieel belang om hen voor te bereiden op wat er komen gaat. Dit versterkt tevens de bewustwording over de energietransitie en sluit aan bij een van de basisuitgangspunten van de Omgevingswet: de participatie van burgers in de beleidsvorming.

De mogelijkheden voor duurzame energievoorzieningen zijn vaak sterk afhankelijk van de regio of de lokale omgeving. Door wijk- of gebiedsgerichte samenwerkingsverbanden te stimuleren, krijgen inwoners een rol bij de keuze voor een nieuw energiesysteem in hun gebied. Wijkgerichte samenwerkingsverbanden kunnen zelfs uitgroeien tot initiatieven die het heft in eigen hand nemen door collectief duurzame energiemaatregelen in te kopen. Ook kunnen zij het best andere bewoners enthousiast maken voor de energietransitie. Energiecoöperaties vervullen die functie nu meestal al gemeente-breed, maar vaak nog niet op wijkniveau.

Bij het stimuleren van wijkgerichte samenwerkingsverbanden die (mede)verantwoordelijkheid nemen voor de energietransitie spelen onder andere de volgende thema’s een rol:

Rol en vorm van een wijkgericht samenwerkingsverband

De functie van een samenwerkingsverband wordt per wijk bepaald. Het is dus niet wenselijk om een blauwdruk te maken van hoe een samenwerkingsverband eruit moet zien. Wel kan per wijk in kaart worden gebracht welk type entiteit (denk aan functie, capaciteit, businessmodel) passend is. Aan de hand daarvan kan de juridische vorm worden bepaald.

Beslissingsbevoegdheid

Door vooraf duidelijkheid te scheppen over welke beslissingsbevoegdheid een wijkgericht samenwerkingsverband heeft, worden de juiste verwachtingen gewekt en teleurstellingen voorkomen. Bijvoorbeeld: wie beslist uiteindelijk welke energievoorziening er in een wijk komt: het samenwerkingsverband of de gemeenteraad?

Financiering

Niet elke bewoner is in staat de kosten van duurzame ingrepen te dragen. Gemeenten kunnen financieringsinstrumenten beschikbaar stellen, zoals subsidies en goedkope leningen, om een deel van de kosten te dekken. Ook zijn er landelijke instrumenten beschikbaar zoals het Nationaal Energiebespaarfonds. Het is raadzaam om een inschatting te maken van de totale kosten van de overgang naar een duurzame energievoorziening. Aan de hand daarvan kan in kaart worden gebracht welke rol de gemeente kan en wil spelen bij de financiering van de energietransitie.

Koppeling met andere beleidsdomeinen

Het thema energie raakt ook aan andere beleidsdomeinen zoals verkeer, sociale zaken, groen en recreatie. Een wijkentiteit kan aanpalende vraagstukken gebruiken om de verduurzaming van woningen te stimuleren én op andere domeinen een positieve bijdrage te leveren. In een wijk waar veel ouderen wonen, kan de verduurzaming bijvoorbeeld worden gekoppeld aan langer thuis wonen. In wijken waren water- of hitteoverlast is kan de verduurzaming gekoppeld worden aan klimaatadaptatie. Door een koppeling te maken met andere beleidsdomeinen, komt er vaak ook extra budget beschikbaar.

Benut de instrumenten uit de Omgevingswet als volgt:

Gebruik de Omgevingsvisie:

  • om keuzes (globaal) op wijkniveau vast te leggen. Dit biedt voor iedereen duidelijkheid;
  • om te stimuleren dat in gebieden of wijken samenwerkingsverbanden ontstaan die met initiatieven komen.

Gebruik het Programma:

  • om vast te leggen op welke manier bestaande wijken worden verduurzaamd. Neem zo mogelijk de volgende thema’s mee:
  • hoe u als gemeente bewoners stimuleert en welke rol u daarin neemt;
  • welke beslissingsbevoegdheid bewoners krijgen;
  • welke financieringsinstrumenten u als gemeente beschikbaar stelt en hoe daarbij verbinding met andere beleidsdomeinen kan worden gezocht.

Praktijk Emmen zet bewoners voorop in Expeditieteam

De wijk Emmerhout in Emmen wil in 2027 volledig energie-neutraal zijn. De wijk bestaat uit zo’n 3000 naoorlogse rijtjes-woningen, portiekflats en hoogbouw, zowel huur als koop. De wijkbewoners zien het als uitdaging om over tien jaar geen gas meer te gebruiken en gaan er helemaal voor. Rudi Gengler, beleids-adviseur Energie, Klimaat en Milieu bij de gemeente Emmen, ziet de betrokkenheid van bewoners als dé succesfactor.

“De bewoners zijn zelf aan zet in het Expeditieteam Emmerhout EnergieNeutraal. Dit team bestaat uit verschillende partijen: inwoners, Wijkbelangen Emmerhout, bewonersbedrijf Op eigen houtje, huurdersfederaties, stichting Samen Energie Neutraal, Natuur en Milieufederatie Drenthe en Buurkracht. Het Expeditieteam krijgt ondersteuning van de gemeente, provincie, woningcorporaties, Stroomversnelling en de stichting Happy Balance. 

De bewoners bepalen zelf welke oplossingen zij willen en waar die worden toegepast. Een echte expeditie dus: het doel is duidelijk, maar de weg ernaar toe wordt gaandeweg ontdekt. De bewonersvertegenwoordigers zijn enthousiast. Niet zozeer omdat Emmen hiermee een bijdrage levert aan het klimaatvraagstuk, maar vooral omdat de energietransitie wordt benut om de wensen van inwoners te vervullen en problemen in de wijk op te lossen. Bij de renovatie van woningen kunnen bijvoorbeeld ook meteen voorzieningen worden getroffen waardoor mensen langer in hun woning kunnen blijven wonen. De hele wijk wordt er dus beter van.

Het Expeditieteam is van cruciaal belang omdat bewoners zelf het beste in staat zijn om medebewoners te enthousiasmeren. Er wordt in dit project niets op wijkniveau beslist of opgelegd, elke bewoner beslist zelf. We moeten dus iedereen meekrijgen. Dat lukt alleen als het in de hele wijk leeft en iedereen wordt bereikt.

Het overleggen kost veel tijd, geld en energie. We zouden dit als gemeente wellicht sneller zelf kunnen doen, maar deze aanpak levert een veel beter resultaat op. Als het lukt om de kracht van de bewoners te mobiliseren, wordt het een succes, dat hebben we ook bij andere projecten in Emmen ervaren.

De wijk Emmerhout was één van de eerste bloemkoolwijken in Nederland. Een wijk opgezet met een hofjesstructuur. Die uitvinding is vervolgens in het hele land verspreid. Wij hopen dat de wijk hiermee weer een voorbeeldfunctie krijgt.”

Praktijk: Apeldoorn regelt financiële faciliteiten

Inwoners en bedrijven in Apeldoorn die willen investeren in duur-zaamheid maar de financiering niet rond krijgen, krijgen hulp van de gemeente. Volgens Xandra van Lipzig, programma-manager Apeldoorn Energie Neutraal, zet de gemeente in op revolverende financieringsinstrumen-ten.

“We werken in Apeldoorn al een paar jaar met een collectieve, revolverende stimuleringsregeling voor inwoners. Daar gaat jaarlijks zo’n 1,5 miljoen euro in om. Dit najaar komt daar een revolverend investeringsfonds bij, gericht op bedrijven, instellingen en organisaties. Tenminste, als de gemeenteraad akkoord gaat met de begroting. Het voorstel is om geleidelijk naar een fonds van 10 miljoen toe te groeien.

Met deze financieringsinstrumenten willen wij inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties stimuleren om te investeren in duurzame maatregelen. De verwachting is dat we de energietransitie kunnen versnellen door belemmeringen in de financiering op te heffen. Ook Verenigingen van Eigenaren kunnen een beroep doen op deze regelingen. 

Tegelijkertijd zien we hier ook kansen in voor werkgelegenheid. Want die duurzame maatregelen moeten ook worden ontworpen en uitgevoerd, en daar zijn mensen voor nodig. 


Het is natuurlijk nog maar een begin. Als de 70.000 woningen in onze gemeente in de komende 30 jaar van label C naar A++ gaan, zijn dat gemiddeld 10.000 labelstappen per jaar. Ervan uitgaand dat elke labelstap gemiddeld 5.000 euro kost, zijn de totale kosten 1,5 miljard euro.

Onze inzet is dat de financieringsinstrumenten eenvoudig toegankelijk zijn. Natuurlijk verbinden we voorwaarden aan de investering en de terugbetaling, maar we gaan het niet moeilijker maken dan nodig is. De drempel moet juist laag zijn. 

Het doel is om beweging te creëren, het duurzaamheidsbewustzijn te vergroten, goede voorbeelden te laten zien en daarmee de bedrijvigheid te stimuleren. Hoe groter de vraag, hoe groter het aanbod. Daarmee zal de prijs omlaag gaan en zal de vraag ook weer toenemen. Het is mooi dat het stimuleren van duurzaamheid en het stimuleren van de lokale economie gelijk op kunnen gaan.”