Een eenduidige, gestandaardiseerde uitwisseling van energiedata is essentieel om gemeten energieprestaties goed te kunnen verwerken. Aan het moment dat corporaties over de benodigde energiedata kunnen beschikken, gaat een heel proces vooraf waarbij meerdere partijen betrokken zijn. Die partijen moeten zich allemaal aan dezelfde afspraken houden, om de meetgegevens foutloos van het beginpunt (de Nul-op-de-Meter woning) naar het eindpunt (de corporatie) te sturen.
Een API voor standaarduitwisseling van energiedata
Een door Stroomversnelling ontwikkelde API is onlangs succesvol getest bij woningcorporatie Portaal, met alle partners uit de keten. De API (application programming interface, of datastekker) is onderdeel van de monitoringnorm en zorgt voor een eenduidige uitwisseling van energiedata.
Het zou spannend worden. Op papier zag het er allemaal logisch uit: de afspraken die moesten waarborgen dat de meetgegevens uit twee Nul-op-de-Meter (NOM)-woningen in Soesterberg foutloos door heel de keten zouden gaan, om uiteindelijk op de burelen van woningcorporatie Portaal te belanden.
De praktijk bleek echter soms weerbarstig meldt Maarten Hommelberg, programmamanager Monitoring bij Stroomversnelling. “Woningcorporaties hebben al een tijdje problemen met het binnenhalen van de data die ze nodig hebben om over energieprestaties te rapporteren. De API moet er voor gaan zorgen dat de gemeten energieprestaties door monitoringpartijen op een standaard manier aangeboden worden.
Portaal testte één keten
Hierdoor kunnen corporaties met één softwareoplossing data uit verschillende monitoringsystemen probleemloos ophalen. Het is een afspraak over welke data op welke manier ergens aangeboden en ontvangen wordt. De API, die door Stroomversnelling is ontwikkeld, maakt het dus mogelijk om uniform data te delen. Om dit te testen, is bij Portaal door één keten met de API gewerkt. De ketenpartijen hebben de API in hun huidige systeem succesvol geïmplementeerd.. Wat er aan de voorkant in ging, kwam er aan de achterkant ook weer uit. De data waren exact hetzelfde.”
Samenwerken aan goede afspraken
Bij het delen van meetgegevens, kan er wel eens een kink in de kabel ontstaan. Dit gebeurd vooral als meerdere partijen hierbij betrokken zijn. Bij de onlangs gehouden ketentest waren dat BAM (de bouwer van de woningen), ABB (verantwoordelijk voor de hardware), Enervalis (verantwoordelijk voor de database), Info Support (verantwoordelijk voor de API-koppeling naar de corporaties), Watch-E (dat de gemeten energieprestaties visualiseert in hun app) en Portaal, de eigenaar van de woningen. “Zeker met zoveel partijen aan boord is het belangrijk om afspraken te maken over de manier waarop je data deelt. Onderdeel van die afspraak is de API”, zegt Hommelberg. “Als partijen de API implementeren, kunnen de corporaties de data op een eenduidige manier ontvangen.”
Nog drie ketentests!
Dit jaar vinden nog drie andere ketentests plaats. “Het doel is om de API waar nodig nog verder te verbeteren. Elke corporatie regelt zijn processen net even iets anders in. Daarom is het goed om bij verschillende corporaties te kijken of we eventueel verschillen tegenkomen. Samen met Corponet, het netwerk van IT-medewerkers van woningcorporaties, gaan we er bovendien voor zorgen dat in de corporatieprocessen van de API gebruik gemaakt kan worden. Het is de bedoeling dat de API en de andere software voor standaardprocessen dezelfde taal gaan spreken. Zodat alle corporaties er mee aan de slag kunnen.”
Bewoners inzicht geven en privacy beschermen
Naast corporaties moeten ook bewoners over hun eigen energiedata kunnen beschikken. Hommelberg: “De bewoner kan hiervoor straks inloggen via een app. Hiervoor moet nog een koppeling worden gemaakt met het ERP (Enterprise Resource Planning)-systeem dat corporaties voor hun werkprocessen gebruiken. De bewoner merkt overigens niets van het ERP. Wel is er vanwege privacy overwegingen een koppeling met het ERP nodig om toegang authentiseren, maar dat gebeurd achter de schermen.”
Bewijs leveren voor energieprestatievergoeding
De API is onderdeel van de Energieprestatie Monitoring Norm. Deze norm specificeert aan welke eisen een goed monitoringsysteem moet voldoen. De norm geeft aannemers zekerheid dat ze bewijs kunnen leveren dat zij NOM-woningen hebben gerealiseerd die aan de prestatie-eisen voldoen. Corporaties kunnen hun huurders vervolgens aantonen dat zij de beloofde energiebesparing hebben gerealiseerd en een energieprestatievergoeding (EPV) mogen vragen. “Daarnaast willen we nu ook breder gaan kijken. Corporaties hebben de wens om de daadwerkelijke energieprestaties van verschillende projecten onderling te kunnen vergelijken.”
Breder toepassen
Jan Fock, informatiemanager bij Vestia en voorzitter van VERA, de standaard voor informatie-uitwisseling in de corporatiesector, ziet eveneens mogelijkheden voor een bredere toepassing. Fock: “De Energieprestatie Monitoring Norm richt zich vooralsnog alleen op NOM-woningen. Ook voor niet-NOM-woningen zouden we die betrouwbare energiedata kunnen verzamelen. Want corporaties hebben ook behoefte aan data over die andere woningen. Zij hebben immers de opgave om al die woningen energieneutraal en duurzaam te maken. Iedere corporatie moet een plan maken om zijn woningen energiezuinig te maken. Corporaties willen daarom weten hoe die woningen momenteel presteren, waar verbeteringen mogelijk zijn, en wat het effect van de ingrepen is.”
Aedes-Routekaart CO2-neutraal 2050
Betrouwbare data zullen corporaties helpen bij hun vastgoedsturing, is de overtuiging van Fock. “Metingen, data en rapportages moeten daarvoor worden gestandaardiseerd. Dat biedt corporaties de mogelijkheid om te kunnen benchmarken en levert een bijdrage aan de Aedes-Routekaart CO2-neutraal 2050. Corporaties hebben op een uniforme manier de verduurzamingsopgave voor ruim 2,1 miljoen woningen op hoofdlijnen in kaart gebracht. De sector loopt hiermee voorop. Om al die woningen te verduurzamen, zullen energieprestaties meetbaar gemaakt moeten worden.”