Gedragswetenschapper Gerdien de Vries ervaarde teveel gedoe om mee te doen aan een duurzaam mobiliteitsprogramma. Ondanks haar kennis en welwillendheid haakte ze af.
Gerdien de Vries neemt zichzelf als voorbeeld tijdens haar keynote speech op Energy-Up. De psychologe onderzoekt aan de TU Delft manieren om ‘groen gedrag’ te stimuleren. Haar werkgever wil ook dat de werknemers zich duurzaam gedragen. Daarom lanceerde de TU dit voorjaar een mobiliteitsprogramma voor werknemers die circa 15 km van het werk wonen en met de auto naar het werk gaan. Het programma stimuleert deze mensen om vaker met de trein te reizen, vaker thuis te werken en een e-bike te gebruiken voor woon-werk verkeer.
Luister hieronder naar Gerdien de Vries
Mailtje aan autorijders
De Vries zag het mailtje over het programma en voelde zich aangesproken. “Ik val in de doelgroep: ik ben autorijder en woon in Den Haag, op fietsafstand van min werk. Ik wist dat ik hierover een beslissing moest nemen.” Volgens De Vries voldoet ze aan het profiel dat beleidsmakers op het oog hebben: ze heeft kennis over het klimaat, weet dat een elektrische fiets beter is voor het milieu dan een auto, en is positief gestemd over e-bikes. Toch doet ze niet mee aan het programma, bekent ze aan een volle zaal. “Ik heb me niet eens ingeschreven. Ik ben in mijn auto blijven rijden.”
Teveel gedoe
De Vries legt uit waarom ze niet koos voor ‘groen gedrag’. “Ik vond het teveel gedoe. Ik nam niet de moeite om het mailtje terug te zoeken. En als ik dat wel had gedaan, had ik me op een website moeten aanmelden, waarschijnlijk met mijn personeelsnummer die ik had moeten opzoeken. Ook had ik geen plek voor een e-bike, noch iets om hem op slot te zetten.” Dit zijn volgens De Vries voorbeelden van argumenten om niet mee te doen aan het project. “Als welwillende werknemer, met mijn kennis en goede intenties, koos ik niet voor het gewenste groene gedrag.”
Stress leidt tot inactie
“Gedoe is een microstressor”, legt De Vries uit. “Al die microstressoren bouwen op tot een grote stressfactor, en stress leidt tot inactie,” weet de psychologe. “Stress veroorzaakt allerlei chemische processen in je lijf. Het is dan gewoon beter om maar even niks te doen.” Met dit inzicht vindt De Vries het niet heel raar, dat ze nog steeds auto rijdt. Maar ze zit met haar ‘slechte gedrag’ wel met een probleem, vindt ze. “Autorijden is slecht voor het milieu, terwijl ik wel goed wil zijn voor het milieu. Dit verschil tussen denken en doen heet cognitieve dissonantie.”
Rechtvaardiging gedrag
De Vries ‘rechtvaardigt’ haar slechte gedrag voor zichzelf. Dit is een bekend psychologisch verschijnsel. “Ik vind e-bikes toch niet zo leuk, omdat het vaak regent in Nederland. En is een e-bike niet iets voor oudere mensen met tijd? Bovendien kost een e-bike ook geld, terwijl mijn auto best zuinig is. Ik rij geen diesel. Mijn volgende auto is vast elektrisch. Ook vertoon ik ander groen gedrag: ik ging met de trein op vakantie en scheid mijn afval, dus ik verdien het om met de auto te rijden,” zegt ze op sarcastische toon. Ze geeft toe: “Ik ben een autorijder”, vergelijkbaar met de manier waarop alcoholisten erkennen dat ze verslaafd zijn.
Psychologische barrières
Ondanks de mooie innovaties en subsidies is het niet makkelijk om groen gedrag te stimuleren, concludeert De Vries. Ze richt zich met haar onderzoek op de psychologische barrières, die volgens haar al veel in kaart zijn gebracht. Zoals het reboundeffect, waarbij mensen bijvoorbeeld ledlampen langer laten branden, omdat ‘het toch groen is’. “Dit is een van de ‘draken van inactiviteit’, die gedragswetenschapper Robert Gifford heeft geformuleerd op zijn website. Deze psychologische barrières hinderen groen gedrag,” concludeert De Vries.
Andere barrières om te verduurzamen
Naast psychologische factoren zijn er ook financiële redenen om wel of niet te verduurzamen. “Dat is een van de belangrijkste barrières”, zegt De Vries. Ook praktische barrières, zoals wel of geen dak hebben voor zonnepanelen, spelen een rol. Net zoals wetgeving die beperkingen oplegt aan het verduurzamen, zoals bij monumentale panden. Ook informatie kan een barrière vormen, als consumenten het teveel wordt en/of als ze geen overzicht in de keuzemogelijkheden krijgen.
Klantreis in kaart
Toch is er licht aan het einde van de tunnel, zegt De Vries. Volgens haar zijn er wel maatregelen te bedenken om de psychologische barrières te overwinnen, zoals het bieden van ‘handelingsperspectief’: mensen inzicht geven dat ze ook kunnen bijdragen aan energiebesparing. De Vries adviseert om de ‘klantreis’ in kaart te brengen, zodat de gedoe-factoren zichtbaar worden. “Het bezoeken van een website, het kiezen van een technologie, het aannemen van een aannemer, het plannen wanneer iemand in je huis komt. Dat zijn allemaal dingen die mensen moeilijk vinden. De kunst is om hiervoor oplossingen te bedenken.”
Hou het simpel
Mensen ervaren veel informatie als moeilijk, concludeert De Vries uit onderzoek naar communicatie. “Dus hou het simpel en relevant. Zorg ook voor een goede balans in informatie. Speel niet alleen maar mooi weer, maar wees ook eerlijk over de nadelen. Dat is voor mensen alleen maar prettig, dan nemen ze je ook serieus.” Ook subsidie aanvragen vinden veel mensen moeilijk. Ook daar kan hulp bij gebruikt worden. “Mensen willen ontzorgd worden”, zegt De Vries. Ze vindt energieloketten bij gemeenten daarvoor een goede oplossing, omdat mensen gemeenten vaak betrouwbaar vinden.
Groen gedrag: het kan wel
“Het is moeilijk, maar wel mogelijk om groen te zijn,” zo besluit De Vries haar speech. Ze gaat alsnog overwegen om een e-bike te gaan gebruiken. “Waarschijnlijk wel,” zegt ze. De zaal lacht.