Om de komende 30 jaar zeven miljoen woningen in Nederland CO2 neutraal te krijgen is alle hens aan dek geboden. ‘Het gaat om 1.200 woningen per dag, terwijl we op dit moment op niet meer dan tien zitten. Dat gaan we met de handen die we hebben niet redden’, stelt Sjoerd Klijn Velderman. ‘Het tempo moet drastisch omhoog. Dat kan alleen met effectieve inzet van kant-en-klare pakketten voor de bouw.’
Klijn Velderman is met ingang van 1 maart benoemd tot Programmamanager Industrialisatie bij Stroomversnelling. Klijn Velderman, afkomstig uit de bouwwereld en is één van de bedenkers van het nul-op-de-meter (NOM) principe is echter zeker geen onbekende binnen Stroomversnelling. Sterker nog: hij stond ooit zelfs aan de wieg ervan.
Elfduizend woningen
Na jarenlang in de uitvoering bij bouwbedrijf BAM te hebben gewerkt ontwikkelde Klijn Velderman er duurzame alternatieven voor label B renovaties. Dit mondde uit in NOM renovaties. ‘Het concept bleek goed te liggen bij huurders maar was nog redelijk duur. Zo ontstond het idee om een beter en goedkoper aanbod te creëren met het oog op schaalvergroting. Dat was echter alleen mogelijk door corporaties, bouwers en andere betrokken partijen bij elkaar krijgen.’
Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de Stroomversnellingsdeal: een initiatief van Jan-Willem van de Groep van Energiesprong, waar Klijn Veldermans idee voor een betaalbare en goed uitlegbare oplossing voor de duurzame renovatie van de bestaande bouw een onderdeel van uitmaakte.
Tempo
Klijn Velderman ging met de bouwers en corporaties aan de slag om het tempo en schaalgrootte op te voeren. ‘De wijze waarop dit gebeurde ging mij echter niet snel genoeg. De bouwers wisten wel een totaalproduct te verzinnen, maar de kostprijs reduceren bleek lastiger dan gedacht. De aansluiting tussen de bouwers en de procesindustrie ontbrak. De kloof tussen die twee werelden bleek te groot.’
Zodoende bedachten Klijn Velderman en een drietal gelijkgestemde zielen, onder wie Van de Groep: als de bestaande procesindustrie het niet oppakt, dan gaan wij zelf zulke betaalbare producten maken. Kant-en-klare pakketten voor de bouw dus. Geïntegreerde componenten, met een minimale schaal van duizend stuks, oplopend naar tienduizend per jaar. Ziedaar de oprichting van Factory Zero en de latere Future factory.
Kant-en-klare pakketten voor de bouw
Klijn Velderman: ‘Wat we met Factory Zero gedaan hebben is de kloof dichten tussen de industrie en de bouwer. Door geïntegreerde componenten te produceren die in één keer gemonteerd kunnen worden. ‘Voor Factory Zero bedachten wij: wij moeten naar een soort IKEA-bouwpakketten toe. Je moet het makkelijk in elkaar kunnen zetten.’
Geïntegreerde producten
Klijn Velderman: ‘Uiteindelijk bestaat een renovatie uit drie hoofdcomponenten: dak, gevel en installatiemodule. Als die bouwstenen industrieel en mechanisch geproduceerd worden zijn we al een grote stap verder. Op dit moment maakt de industrie nog teveel losse producten. We moeten naar geïntegreerde producten toe, zoals dakelementen waar de installaties al in zitten.
Dat systeem van losse producten waar alles omheen wordt georganiseerd, daar moeten wij echt van af. We moeten naar kant-en-klare pakketten voor de bouw. Het moet allemaal zo simpel mogelijk. Een beetje kort door de bocht: in plaats van LEGO moeten we toe naar Playmobil.’