Het Verenigd Koninkrijk boekt vooruitgang bij het terugdringen van CO2-uitstoot, vooral dankzij de sterk vergroende energiesector. Andere sectoren lopen nog ver achter en Britse huishoudens verstoken volop gas. De Britse commissie voor klimaatverandering pleit er voor om nieuwbouwwoningen niet langer meer op het gasnet aan te sluiten. Projectontwikkelaars kijken inmiddels naar alternatieven, zoals de 5e generatie warmtenetten.
In haar rapport aan het Britse parlement concludeerde de Commissie klimaatverandering dat de zeer goede vooruitgang bij emissiereducties in de energiesector tekortkomingen in andere energiesectorgebieden, met name verwarming en koeling, aanzienlijk maskeerde. In 2018 was de energiesector verantwoordelijk voor 75 procent van de CO2-reductie, een daling van 43 procent ten opzichte van het niveau van 1990. De warmtesector blijft hier ver bij achter. Ter vergelijking: de Zweedse stad Helsingborg wist de uitstoot in dezelfde periode met 90 procent te verminderen. Het verschil ligt in het streven om verwarming en koeling CO2-arm te maken.
CO2-arme warmte
In de jaren zeventig trof de oliecrisis Zweden hard. In tegenstelling tot landen als het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen, had Zweden geen olie- en gasreserves. Daarom was het niet in staat om via verkoop de pijn te verzachten die het gevolg was van de verdrievoudiging van de olie- en gasprijs. Helsingborg moest zodoende een nieuwe manier vinden om de bevolking te voorzien van verwarming en koeling.
Warmtenetten als oplossing
Warmtenetten waren de oplossing. In 2019 was maar liefst 96 procent van de warmte die wordt geleverd aan het warmtenetwerk in Helsingborg afkomstig van hernieuwbare bronnen. Industriële restwarmte levert hierbij het grootste aandeel, ongeveer 25 procent. Bijna 10 procent wordt geleverd via teruggewonnen warmte uit het rioolstelsel. Het VK laat het enorme potentieel aan warmte – en koelte – tot dusver onbenut. Terwijl het alternatief voorhanden is: de vijfde generatie stadsverwarming en -koeling (5GDHC). Deze warmtenetten bieden de voordelen dat zij in ‘realtime’ warmte en koelte met elkaar matchen en gebruik maken van opslag, voor vraagbeheer.
Politieke, economische en sociale druk
Het VK heeft een structureel probleem met energiekosten, omdat de prijzen voor elektriciteit drie tot vier keer zo hoog zijn als die van gas. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de onevenredig hoge belasting van energieheffingen voor niet-grondstoffen op elektriciteit. Maar het belangrijkste probleem voor het VK is dat politieke, economische en sociale druk verandering uiterst moeilijk maken omdat gas is gekozen als brandstof bij uitstek voor verwarming. Want een stijging van de gasprijs zou een drastische impact hebben op de minst bedeelden, met name degenen die het risico lopen op brandstofarmoede.
Méér over D2Grids lezen?
D2Grids is een project dat de 5e generatie stadsverwarmings- en koelingsnetwerken (5G DHC) in heel Europa moet opschalen. Als eerste bij de vijf proeflocaties: Brunssum, Parijs-Saclay, Bochum, Glasgow en Nottingham. Maar ook bijvoorbeeld in Vlaanderen. D2Grids (afkorting voor ‘demand driven grids’) is een project van Interreg NWE, gecoördineerd door Mijnwater.
Geweldige kans voor 5GDHC
Regulering is waarschijnlijk de belangrijkste motor voor verandering. De Britse commissie voor klimaatverandering heeft daarom aanbevolen nieuwbouwwoningen tegen 2025 niet langer meer op gas aan te sluiten. Het voorstel heeft nu al invloed op de houding van ontwikkelaars die inmiddels serieus naar alternatieve energie-infrastructuur kijken. Het gaat om modellen die zij eerder hadden weggewuifd als ‘te duur’. Dit is een geweldige kans voor 5GDHC. Het D2Grids-proefproject in Nottingham zal de effectiviteit van aantonen en een impuls geven aan de acceptatie van 5GDHC op grotere schaal, zowel in het VK als internationaal.
Dit artikel is geschreven door Mark Woodward, mede-oprichter van The Smart City Alliance, en werd hier voor het eerst gepubliceerd.
Ook in Nederland wordt stadsverwarming als een oplossing gezien voor stedelijke gebieden om aardgasinfrastructuur voor verwarming te gaan vervangen. Om volledig op hernieuwbare bronnen te werken, moeten de systemen anders worden ontworpen. De vijfde generatie stadsverwarming en -koeling (5GDHC) biedt de mogelijkheden hiertoe.