Er lijkt een ware hype te zijn ontstaan rondom waterstof als alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving. Aan waterstof kleven echter niet alleen allerlei misvattingen en nadelen, inzetten op waterstof kan de warmtetransitie zelfs afremmen. Beter is het volgens Sjoerd Klijn Velderman, programmamanager Industrialisatie bij Stroomversnelling, om de komende 30 jaar te investeren in het future-proof maken van woningen. ‘Je moet woningen dermate goed isoleren en ventileren dat ze geschikt worden gemaakt voor iedere duurzame warmtebron.’
In het kader van het Klimaatakkoord moeten in aanloop naar 2030 30.000 tot 50.000 woningen van het gas af. De roep om waterstof van woningeigenaren als alternatief voor aardgas is begrijpelijk maar heeft nadelen. Zo zou waterstof een goedkoop alternatief bieden en zouden de bestaande gasleidingen ervoor gebruikt kunnen worden. De euforie rondom waterstof berust volgens Klijn Velderman echter op een aantal misvattingen, onderstreept in het Energeia artikel van 28 februari 2020 ‘Waterstof voor huisverwarming: populair en peperduur’.
1. Energiedrager versus energiebron
Allereerst is waterstof geen energiebron maar een energiedrager. Om waterstof te verkrijgen moet water worden gesplitst in waterstof en zuurstof met behulp van een elektrolyser. Daarvoor is elektriciteit nodig. Die kan op verschillende manieren worden opgewekt, bijvoorbeeld met duurzame energiebronnen als zon en wind. Dan pas spreek je van groene waterstof. Een logisch moment van omzetten van duurzame energie in groene waterstof is volgens Klijn Velderman wanneer deze duurzame energie ‘over’ is en nergens anders in opgeslagen kan worden.
2. Kostbaar proces
Een van de nadelen aan waterstof is het kostbare proces om waterstof te verkrijgen vanwege hoge kosten van de benodigde elektrolysers. Die zijn vooralsnog vaak niet veel groter dan een kast met een paar zonnepanelen erop. Om elektrolysers op grote schaal van de grond te krijgen zijn vele miljoenen euro’s nodig, waarvoor bestaande rijkssubsidies niet toereikend zijn.
3. Niet beschikbaar
Het kan daarom nog wel 20 jaar duren voordat voldoende groene waterstof beschikbaar komt voor de gebouwde omgeving. En, als waterstof al beschikbaar is, wordt het eerst ingezet voor de industrie en moeilijk te isoleren gebouwen zoals monumenten.
4. Leidingen aanpassen
Vaak wordt door bewoners gedacht dat waterstof de meest pijnloze oplossing is met zo min mogelijk ingrepen aan hun woning, omdat de bestaande gasleidingen ervoor zouden kunnen worden ingezet. Dit is ten onrechte: gasleidingen kunnen namelijk niet één-op-één voor het vervoeren van waterstof worden gebruikt, aangezien waterstof sneller ontsnapt dan gas. Het aanpassen van de bestaande gasleidingen is kostbaar en zou ten koste gaan van een hogere energierekening.
Energie- en omzetverlies
Argumenten en nadelen te over om niet voor waterstof te kiezen. Klijn Velderman: ‘Er is een hoop stemmingsmakerij rondom waterstof. Maar wat nog het ergste is: bij de productie (elektrolyse -/- 25%), compressie (-/- 10%) en transport (-/-20%) van waterstof gaat veel energie verloren. Uiteindelijk hou je dus minder dan de helft van de beschikbare duurzame energie over.-
Waterstof een plek in de komende 30 jaar?
Om in 2050 een CO2-neutrale gebouwde omgeving te hebben is nu inzetten op de reductie van de warmtevraag essentieel. Kies je ervoor om te wachten op waterstof, dan neem je volgens Klijn Velderman een groot risico. ‘Waterstof krijgt in de toekomst ongetwijfeld ook een plek in de woningvoorraad. Er kleven nu veel nadelen aan waterstof voor de gebouwde omgeving. Het kan nog wel 20 jaar duren en zal het uitsluitend worden ingezet voor de moeilijke gevallen. Voor het leeuwendeel van de woningen zijn, mits goed geïsoleerd, all electric oplossingen en duurzame warmtenetten de meest geschikte alternatieven voor aardgas.’
Waar het volgens Klijn Velderman nu om draait is inzetten op de reductie van de warmtevraag en het future-proof maken van woningen. ‘Zorg voor goede isolatie en ventilatie, zodat je de komende 30 jaar je huis duurzaam kunt verwarmen. Met welke alternatieve duurzame warmteopwekker dan ook onder 40 graden. Anders ben je gewoon bezig een probleem voor de toekomst te organiseren.’