‘We moeten meer kennis en kunde uitwisselen’

Expert: Ivo Opstelten

Ivo Opstelten - We moeten meer kennis en kunde uitwisselen

Het realiseren van de doelen van het klimaatakkoord vereist dat bouwers, corporaties en overheid intensiever samenwerken en meer kennis en kunde uitwisselen over concepten zoals nul-op-de-meter, NOM-ready en wijkaanpakken. Dat vraagt om een andere rol van de samenwerkende partijen, zegt Ivo Opstelten, directeur van Stroomversnelling.

Ivo Opstelten is directeur van vereniging Stroomversnelling. Het gesprek gaat over de veranderende rol van samenwerkende partijen voor het realiseren van energieneutrale woningen. Zo worden toeleveranciers partners van woningcorporaties, bij het gezamenlijk streven om hun woningvoorraad te verduurzamen. “Dit vereist ook andere kennis, vaardigheden en netwerken,” zegt Opstelten. Hij wijst op de kennisbehoefte van de markt om de energietransitie niet alleen technisch, maar ook in sociaal opzicht in goede banen te leiden. Daarvoor is begrip en sturing vanuit kennis en ervaring nodig, iets dat volgens Opstelten momenteel nog bij teveel partijen ontbreekt.

Kennis van zaken

Op een industrieterrein in Utrecht, vlakbij de warmtecentrale van Eneco, legt Opstelten uit wat er nodig is om de impasse te doorbreken. “Het aardgasvrij, CO2- en/of energieneutraal maken van woningen is technisch gezien niet zo moeilijk, maar om dit voor elkaar te krijgen moeten gemeenten en woningcorporaties wel de techniek begrijpen en ervoor zorgen dat de prestaties van de woningen worden gemeten. Dat komt bovenop hun taak om toe te zien op het Bouwbesluit en het organiseren van warmtenetten. Dat vereist kennis van zaken die eerder niet bij hen lag. Er is dus uitwisseling nodig van kennis, niet alleen wat betreft de techniek, maar ook van bijvoorbeeld economische en sociale inzichten.”

Grootschaliger aanpak

Het gaat bij nul-op-de-meter niet meer om een project, maar om een grootschaligere aanpak, zegt Opstelten. “Dat vereist meer kennis. Voor een woningcorporatie betekent het bijvoorbeeld een andere manier van inkoop. Werken met bestek en tekeningen werkt dan niet, en een bouwbedrijf wordt in plaats van capaciteitsleverancier aanbieder van een product met prestatiegaranties en mogelijk aanvullende diensten, bijvoorbeeld rondom monitoring. Daardoor moeten we ons ook inleven in de bewoners, en komt sociale kennis om de hoek kijken. Zo maakt het uit of bewoners veel of weinig energie gebruiken, terwijl dat verschil voorheen niet werd meegenomen. Bij het energieneutraal maken van woningen is het juist belangrijk om dat wel te doen.”

Energieprestatievergoeding

Opstelten wijst naar de energieprestatievergoeding (EPV), die tot nu toe slechts door enkele corporaties wordt toegepast. “Ook hierin moeten we elkaar meenemen in het ontwikkeltraject. Dat is van belang voor het tempo dat nodig is om al die woningen klaar te maken voor een aardgasloos en CO2-neutraal energiesysteem, zoals is vastgelegd in het Klimaatakkoord. Als we de EPV niet gebruiken dan laten we kansen liggen.” Opstelten verwacht veel van industrialisatie, waarbij fabrieken renovatieproducten van de band laten rollen. Volgens hem is een continue vraag naar dergelijke producten nodig, zodat het loont om te investeren in dergelijke fabrieken. “Dit vereist ook inzage in elkaars proces, zodat we elkaars processen en rollen efficiënter kunnen maken.”

Aardgasvrije woningen

De uitdaging zit vooral in de bestaande bouw, zegt Opstelten. “Daar komt de combinatie van techniek en sociale motivatie samen. De succesvolle toepassing en opschaling van het verduurzamen van jaren zestig-woningen is sterk afhankelijk van het gedrag en de motivatie van de bewoner. Dat bepaalt het tempo.” Gemeenten leggen de laatste tijd de nadruk op het aardgasvrij maken van woningen, maar sommige bewoners zijn erg gehecht aan het koken op gas in hun luxe keukens. “Dan is één bepaalde aanpak niet genoeg,” zegt Opstelten. “Marktpartijen moeten zich inleven in de bewoners en beseffen dat zij weliswaar investeringsbereid zijn voor renovaties, maar om hele andere redenen dan louter verduurzaming. Op het goede moment op hun drivers inspelen maakt verduurzaming en aardgasvrij maken een koppelkans.”

Bewoners meekrijgen

De uitdaging voor komende decennia ligt niet zozeer in de techniek, zegt Opstelten. “We weten al veel over de technische oplossingen, die zijn niet zo moeilijk. De vraag is meer hoe we dit laten landen. De overheid bepaalt dat we van het gas af moeten, maar moet de bewoners daarin dan nog wel mee krijgen.” Volgens Opstelten is het beter om ‘niet teveel te duwen, maar vooral te trekken’ en te enthousiasmeren. “Dat kan wellicht beter gebeuren via de buurman, want die geloven mensen eerder dan de verkoper.”

Enthousiasmeren via buren

Het enthousiasme van de buren kan aanstekelijk werken, weet Opstelten uit ervaring. “Bij de eerste nul-op-de-meter huurwoningen vroegen andere huurders uit dezelfde wijk of hun woningen ook energieneutraal konden worden gerenoveerd, zelfs al zou dat betekenen dat daar ook een maandelijkse vergoeding bij zou horen. Dat vond ik bijzonder, dat was nog nooit eerder gebeurd.” Natuurlijk worden er ook bij energieneutrale woningen wel eens fouten gemaakt bij de bouw en installatie, maar dat gebeurt bij reguliere renovaties ook, zegt Opstelten. “Hierbij moeten we serieus omgaan met de klachten. Zaak is om de focus te leggen op de doorvoer van oplossingen die voor iedereen acceptabel zijn, in plaats van je te verliezen in de schuldvraag.”

Verantwoordelijkheid nemen

“In NOM-projecten waarbij fouten zijn gemaakt zien we dat partijen hun verantwoordelijkheid ook echt wel willen nemen. Dat is goed,” zegt Opstelten. “Het belang van het slagen staat voorop. Dan gaat het niet om alleen om het financieel gewin en het afschuiven van de schuld, maar lossen partijen gezamenlijk de problemen op.” De mens is niet feilloos, maar ook de techniek niet, zegt Opstelten, maar volgens hem is het wel belangrijk de verantwoordelijkheid op de juiste plek te leggen en de partij die de verantwoordelijkheid heeft ook de ruimte te geven die te kunnen nemen. “Daarom blijven we gemeenten, bouwbedrijven en corporaties oproepen om door die bril naar elkaars bijdrage aan de transitie te kijken. Dat past ook bij hun nieuwe rol.”

Elkaars rol beter maken

Opstelten vertelt over zijn tijd voor Energiesprong, waarbij hij Jan Terlouw sprak over de uitdaging van energieneutraal. “De vraag was hoe we elkaar konden helpen om andermans rol beter te maken. Dat vereist bereidwilligheid om je in te leven in elkaars kennis en kunde en om elkaars taal te leren. Dat heeft zin.” Ook bij gemeenten valt hierin nog veel te behalen, weet Opstelten. “Binnen een gemeente zijn diverse loketten voor energieneutrale nieuwbouw, maar die communiceren lang niet altijd met elkaar. Sommige handhavers weten niets af van de EPV. Dan kunnen ze corporaties bij het maken van prestatieafspraken ook niet wijzen op de kansen die dat biedt.” Ook binnen gemeenten is dus kennisuitwisseling nodig, concludeert Opstelten.

Beter comfort, blije bewoners

Ondanks de veel gehoorde twijfels en zorgen rondom de verduurzaming is Opstelten nog steeds vol overtuiging. Hij ziet de energietransitie nog steeds als een mooie kans. “Dat heeft niets te maken met het klimaat of milieu, maar met resultaten die direct zichtbaar zijn. Wijken worden mooier omdat het comfort van de woningen omhoog gaat. Bewoners van een achterstandsbuurt geven aan dat het na de renovatie lijkt alsof ze in een nieuw huis wonen. Dat hebben we voor elkaar gekregen, met dezelfde woonlasten. Ook hebben we al tienduizend woningen in Nederland naar nul-op-de-meter gebracht. Dat is wel iets om trots op te zijn.”

Kennisdelen

Opstelten hoopt meer mensen aan boord te krijgen: de uitdaging waar we voor staan heeft meer mensen nodig. We delen kennis met alle partijen die zich bezighouden met het verduurzamen van de gebouwde omgeving, en specifiek de woningvoorraad. Dat vinden we belangrijk. Dat doen we voor woningcorporaties, bouwers en ontwikkelaars maar ook voor publieke partijen, adviseurs en toeleveranciers. We delen deze kennis en dit inspireert anderen ook om met bijvoorbeeld nul-op-de-meter, slimme stappen, de wijktransitie of industrialisatie aan de slag te gaan. Zo bouwen we samen aan een mooier en gezonder Nederland,” aldus Opstelten.