Verlaging van de temperatuur in warmtenetten biedt veel voordelen. Het is dan ook een veelbelovende stap die echter wel zorgvuldig moet worden uitgevoerd.
Het moet wettelijk verboden worden om woningen aan te sluiten op nieuwe warmtenetten met een hoge temperatuur (90°C) en om nieuwbouwwoningen aan te sluiten op middentemperatuur (70°C).
Om de klimaatdoelen in 2050 te halen, moeten bijna 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen in Nederland worden verduurzaamd. Warmtenetten zouden een belangrijk deel van de oplossing moeten zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft die verwachtingen met de doorrekening van het ontwerp-Klimaatakkoord fors getemperd. Hoe kunnen we de potentie van warmtenetten toch vergroten?
Deze warmtewet is niet voldoende stimulerend is om warmtenetten de rol in de energietransitie te laten spelen die nodig is om in 2050 een CO2-neutrale energievoorziening te realiseren. Verder zijn de waarborgen verre van voldoende om de warmtenetten die wel tot stand komen in 2050 CO2–neutraal te kunnen laten opereren.
De Warmtewet 2.0, moet verandering versnellen en het draagvlak in de samenleving vergroten. Helaas dreigt het tegenovergestelde te gebeuren. Het wetsontwerp legt de toekomst vast met keuzes uit het verleden. Stroomversnelling komt met 5 verbeterpunten voor de WCW.
De Britse commissie voor klimaatverandering pleit er voor om nieuwbouwwoningen niet langer meer op het gasnet aan te sluiten. Projectontwikkelaars kijken inmiddels naar alternatieven, zoals de 5e generatie warmtenetten.
Om warmtenetten te verduurzamen moeten we overstappen op een lagere aanvoertemperatuur dan tot nog toe gebruikelijk in warmtenetten. Wel is het zaak om dan eerst bestaande woningen en gebouwen goed te isoleren en liefst ook ventilatiewarmte terug te winnen, zegt stroomversneller en adviseur Jeroen Roos.
De Warmtewet 2 vormt in zijn huidige vorm niet de transitiewet die we zo hard nodig hebben. Het wetsvoorstel biedt te weinig ruimte om op lokaalniveau oplossingen te kiezen waarvoor draagvlak bestaat, betoogt Annelies Huygen, hoogleraar Ordening van energiemarkten aan de Universiteit Utrecht.
Warmte die bij (industriële) processen overblijft is voor veel bedrijven een restproduct. Voor andere partijen kan restwarmte juist een belangrijke energiebron zijn voor de verduurzaming van hun warmtevoorziening.
Er wordt gewerkt aan het Energielinq-platform. Mogelijk zijn berichten, pagina’s of downloads momenteel niet beschikbaar.