Corporaties en bouwers beschikken sinds kort over een eenduidige meetmethode die de energieprestaties inzichtelijk maken bij nul-op-de-meter (NOM)-woningen: de Energieprestatie Monitoring Norm. Dankzij de norm wordt monitoren makkelijk uitvoerbaar, wat een schat aan data zal gaan opleveren. In de toekomst zouden woningcorporaties deze data via een benchmark met elkaar kunnen vergelijken om te onderzoeken welke bouwconcepten de beste energieprestaties opleveren.
Deze wens kwam naar voren tijdens de ontwikkeltafel Monitoring, waarin corporaties, bouwers, en leveranciers werken aan nul-op-de-meter monitoring. Dit leidde onder meer tot de Energie Prestatie Monitoring Norm, een eenduidige meetmethode voor bouwbedrijven en corporaties. De norm helpt aannemers te bewijzen dat zij NOM-woningen hebben geleverd die aan de eisen voldoen. Corporaties kunnen hun huurders vervolgens aantonen dat zij de beloofde energiebesparing hebben gerealiseerd en een energieprestatievergoeding (EPV) mogen vragen.
Marktpartijen leggen hieronder uit waarom monitoring cruciaal is bij nul-op-de-meter. M.m.v. Henk Stoutjesdijk en Niek Meiresonne (Stadlander) en Auke Wiering (Elkien).
Benchmark om data te vergelijken
De norm gaat het makkelijker maken om energieprestaties te meten en te monitoren. De meerwaarde ervan kan nog veel verder groeien naarmate meer corporaties de norm gaan hanteren. “We zijn gestart vanuit de EPV omdat daar de verplichting ligt, maar willen nu breder gaan kijken. Corporaties hebben de wens om de daadwerkelijke energieprestaties van verschillende projecten onderling te kunnen vergelijken”, constateert Maarten Hommelberg, programmamanager Monitoring bij Stroomversnelling. “Via benchmarking zou je verschillende oplossingen voor verschillende typen woningen naast elkaar kunnen leggen en beoordelen. Op basis van daadwerkelijk bereikte resultaten kunnen corporaties dan voor de beste concepten kiezen. Ook kunnen zij de monitoringnorm inzetten voor nieuwe diensten op het gebied van beheer en onderhoud. Het is dus een overweging waard om in een volgende fase alle data bij elkaar te brengen. Daarvoor is wel standaardisatie nodig.”
Energieprestaties verder verbeteren
Momenteel wordt er hard gewerkt om het monitoren van energieprestaties verder te verbeteren. Dit geldt bijvoorbeeld voor de API (application programming interface, of datastekker), die onderdeel is van de norm. De API zorgt voor een eenduidige uitwisseling van data. Hommelberg: “Woningcorporaties hadden problemen met het binnenhalen van de data die ze nodig hebben om over energieprestaties te rapporteren. Inmiddels lukt het om data vanuit de woning door alle schakels in de keten tot in de bewonersportal te krijgen.”
Ketentest toetst API in de praktijk
Inmiddels is de eerste ketentest waarbij de implementatie van de API in de praktijk wordt getoetst afgerond. Met Portaal aan het roer zijn alle overige betrokken partijen aangesloten bij deze test. Komend jaar starten er nog twee van deze ketensamenwerkingen. “Het doel is om geleerde lessen hier op te halen en daarmee de API waar nodig te verbeteren. Samen met Corponet, het netwerk van IT-medewerkers van woningcorporaties, gaan we er voor zorgen dat in de corporatieprocessen van de API gebruik gemaakt kan worden. Het is de bedoeling dat de API en de andere software voor standaardprocessen dezelfde taal gaan spreken. Zodat alle corporaties er mee aan de slag kunnen.”
Kosten omlaag brengen
Monitoring zal hierdoor opnieuw weer wat makkelijker worden. Deze wens kwam ook naar voren tijdens de sessie van de ontwikkeltafel. Zo ziet Jan Willem van de Groep, mede-oprichter van Factory Zero (leverancier van energiemodules, red.) het als een belangrijke uitdaging om “van een complexe interpretatie van de EPV-wetgeving naar een minder complexe basismonitoring te gaan”. Daarnaast moet monitoring volgens hem méér zijn dan een oplossing om EPV te kunnen innen. “Monitoring moet vooral kosten voor beheer en onderhoud omlaag gaan brengen.” De ontwikkeltafel gaat zich mede hierom dan ook richten op standaardisatie van processen in de hele keten.
Subsidies voor partijen die data delen
Marjet Rutten, betrokken bij de Renovatieversneller, onderstreepte hoe belangrijk het is dat, dankzij de norm, daadwerkelijk geleverde energieprestaties nu makkelijker gemeten kunnen worden. “De data geven inzicht in de werkelijke prestaties van renovatieconcepten. Als we steeds meten hoe goed concepten presteren op verschillende woningtypes, kunnen we vervolgens steeds beter en goedkoper woningen verduurzamen. De overheid zou daarom voor subsidies moeten eisen dat partijen de prestaties meten en deze data delen.”